• Handleiding
  • Videogalerij
  • Downloads
  • Software-updates

Adaptieve cruisecontrol*1 kiezen en activeren

De adaptieve cruisecontrol (ACC2) moet, om de snelheid en het tijdsverschil te kunnen regelen, eerst gekozen en vervolgens geactiveerd worden.
PS-1926-Adaptive Cruise Control active
Om de functie te kunnen starten, is het volgende vereist:
  • U moet de veiligheidsgordel om hebben en het bestuurdersportier moet dichtstaan.
  • Er moet binnen een redelijke afstand een voorligger (doelvoertuig) aanwezig zijn of de actuele snelheid moet minimaal 15 km/h (9 mph) zijn.
Druk op de stuurknop ◀ (1) of ▶ (3) om te bladeren naar het symbool voor adaptieve cruisecontrol PS-1926-Adaptive Cruise Control symbol (4).
Het symbool is grijs – de adaptieve cruisecontrol staat stand-by.
Wanneer de snelheidsbegrenzer is gekozen, moet u voor activering op de stuurknop PS-1926-Steering wheel Activate button symbol (2) drukken.
Het symbool is wit – de snelheidsbegrenzer wordt gestart en de actuele snelheid wordt vastgelegd als maximumsnelheid.

Laatst opgeslagen snelheid van adaptieve cruisecontrol hervatten

Wanneer de adaptieve cruisecontrol is gekozen, moet u voor activering op de stuurknop PS-1926-Steering wheel Resume button symbol drukken.
De cruisecontrolaanduidingen op het bestuurdersdisplay verkleuren van GRIJS naar WIT en de laatst opgeslagen snelheid wordt hervat.

 Waarschuwing

Wanneer u de snelheid weer hervat met de stuurknop PS-1926-Steering wheel Resume button symbol, kan er een markante snelheidstoename volgen.
  1. * Optie/accessoire.
  2. 1 Afhankelijk van de markt is dit een standaardfunctie of een optie.
  3. 2 Adaptive Cruise Control