• Handleiding
  • Videogalerij
  • Downloads
  • Software-updates

Interieurverlichting

Het interieur is voorzien van verschillende soorten verlichting, zoals de interieurverlichting, de instelbare sierverlichting en de leeslampjes.

Alle verlichting in het interieur is handmatig in en uit te schakelen binnen 5 minuten nadat:

  • de auto is afgezet en het elektrische systeem in contactslotstand 0 staat
  • de auto is ontgrendeld maar nog niet gestart

Plafondverlichting voorin

PS-1926-Front interior lightning panel in roof
Knoppen op plafondconsole voor bediening leeslampjes en interieurverlichting voorin.
  1. PS-Icon circle 1Leeslampje linkerzijde
  2. PS-Icon circle 2Interieurverlichting
  3. PS-Icon circle 3Automatische bediening voor interieurverlichting
  4. PS-Icon circle 4Leeslampje rechterzijde

Leeslampjes

De leeslampjes links of rechts doet u aan of uit door kort op de bijbehorende knop op de plafondconsole te drukken. De lichtsterkte is aan te passen door de knop ingedrukt te houden.

Interieurverlichting

De vloerverlichting en plafondverlichting zijn in en uit te schakelen door de bijbehorende knop op de plafondconsole kort in te drukken.

Automatische bediening voor interieurverlichting

De automatische verlichting is te activeren door de AUTO-knop op de plafondconsole kort in te drukken. Het lampje in de knop gaat branden, wanneer de automatische verlichting geactiveerd is. De interieurverlichting gaat branden en dooft dan zoals hieronder vermeld.

De interieurverlichting gaat branden, wanneer:
  • de auto wordt ontgrendeld
  • de auto wordt afgezet
  • een zijportier wordt geopend.
De interieurverlichting dooft, wanneer:
  • de auto wordt vergrendeld
  • de auto wordt gestart
  • een zijportier wordt gesloten.
  • een zijportier ca. 2 minuten heeft opengestaan.

Verlichting dashboardkastje

De verlichting in het dashboardkastje wordt in- en uitgeschakeld bij het openen en sluiten van de klep van het kastje.

Grondverlichting

De grondverlichting wordt in- of uitgeschakeld bij het openen of sluiten van het desbetreffende portier.

Bagageruimteverlichting

De bagageruimteverlichting wordt bij het openen en sluiten van de kofferklep automatisch in- of uitgeschakeld.

Sierverlichting

Tussen de twee portieren loopt een warm licht via de achterbank en bij de plafondconsole brandt een Polestar-symbool. Het licht eromheen gaat branden als u de auto ontgrendelt en het gaat uit bij vergrendeling.

Sfeerverlichting

De auto is voorzien van lichtdiodes die branden als de auto actief is. De sterkte van de sfeerverlichting is aan te passen op het middendisplay en tevens fijn af te stellen met het duimwiel op het dashboard.

Verlichting in portiervakken

De verlichting in de opbergvakken van portieren gaat branden bij het openen van de portieren en dooft bij het vergrendelen van de auto. De lichtsterkte is fijn af te stellen met behulp van het duimwiel op het dashboard.

Verlichting in de tunnelconsole

De verlichting in de tunnelconsole gaat branden bij ontgrendeling van de auto en dooft bij vergrendeling. De lichtsterkte is fijn af te stellen met behulp van het duimwiel op het dashboard.