'15-minuten-stad' in wording: kan Melbourne zijn gemeenschappen dichter bij elkaar brengen?
Het jaar is 2050 en Melbourne ontwaakt voor een nieuwe dag op aarde. De voorbije decennia is het stadsbeeld aanzienlijk verbeterd. Fietspaden zijn breed en goed met elkaar verbonden, parken zijn weelderig en dichtbij, en het steunen van de lokale handel is gemakkelijker dan ooit. Nu alle essentiële zaken te voet of met de fiets bereikbaar zijn, is het stadsleven inclusief en efficiënt. Dat is tenminste het plan. Het plan voor Melbourne.
Een paar jaar geleden trapte de deelstaatregering van Victoria haar zogenaamde Plan Melbourne 2017-2050 op gang. Dit is de visie van de regering op de ontwikkeling van de stad gedurende de komende 35 jaar om haar faam als duurzame en bloeiende wereldstad te behouden en te versterken.
De ontwikkelingsstrategie is gebaseerd op het populaire stedenbouwkundige concept "15-minuten-steden", dat beroemd werd onder impuls van de Parijse professor Carlos Moreno. Dit concept is op zijn beurt geïnspireerd op een vroege planningstheorie over "20-minuten-wijken".
De benaming en het aantal minuten kunnen verschillen, maar in beide concepten staan mensen en hun behoeften centraal. De opzet van het plan is de wijken van Melbourne tegen 2050 inclusief, levendig en duurzaam te maken.
Wat is een 15-minuten-stad?
15-minuten-steden plaatsen mensen centraal in stedelijke transformatie. Het idee is dat iedereen in een stad binnen 15 minuten lopen of fietsen van huis toegang moet hebben tot de diensten die ze nodig hebben om te leven, te leren en zich te ontplooien. Dit geldt voor werk, winkels, onderwijs, gezondheidszorg en ontspanning.
Het concept van de 15-minuten-stad is afkomstig van de Sorbonne-universiteit en heeft de afgelopen jaren wereldwijd aan populariteit gewonnen. Maar de essentie van dit concept is misschien niet voor iedereen nieuw. Want dat is het ook niet. Het idee van een 15-minuten-stad is een herwerking van de aloude principes van een bloeiende, zelfvoorzienende buurt, die teruggaat tot de jaren 1920.
Aan het begin van de vorige eeuw introduceerde stedenbouwkundige Clarence Perry het concept van een 20-minuten-wijk in de Amerikaanse samenleving, met de mens als middelpunt van stadsontwikkeling. Woonwijken moesten gericht zijn op de behoeften van de bewoners en essenti ële diensten moesten te voet bereikbaar zijn.
'wandelbaarheid' was een belangrijk principe voor Perry, wiens concept deels een reactie was op de opkomst van de wagen en de hoe deze de ontwikkeling van de industrialiserende steden domineerde.
Naast 15-minuten-steden legde Perry's concept de basis voor andere stedenbouwkundige concepten zoals 'New Urbanism' en heeft het planologen over de hele wereld geïnspireerd om steden te ontwikkelen waarin mensen centraal staan. Steden als Melbourne.
Grote stad, grote bevolking, grote plannen
Met een verwachte bevolkingsgroei van 2,9 miljoen in 2051 (momenteel heeft Melbourne iets minder dan 4,9 miljoen inwoners) is Melbourne is de snelst groeiende stad van Australië.
Het Melbourne Plan werd in het leven geroepen om dit groeitraject in goede banen te leiden door te zorgen voor een goede gemeenschapsinfrastructuur, huisvesting, openbaar vervoer en, nog belangrijker, door te voorzien in de behoeften van een groeiende stad. Bovendien moeten stadsplanners rekening houden met de veranderende omstandigheden in een kuststad als gevolg van de klimaatverandering.
De verwachte bevolkingsgroei, gekoppeld aan de veranderende omstandigheden door de klimaatverandering, vroeg om een organisatieprincipe dat Melbourne toekomstbestendig kon maken. Dat principe is de 20-minuten-wijk.
Melbourne te voet, niet met de wagen
Marcus Dessewffy is de projectmanager van het team dat werkt aan de implementatie van het concept 20-minuten-wijk in Melbourne. Voor Marcus en zijn team is zich te voet verplaatsen essentieel om duurzame en leefbare wijken te creëren.
"Voor ons is 'wandelbaarheid' – dit betekent dat mensen in de meeste van hun dagelijkse behoeften kunnen voorzien op loopafstand van huis – een kernaspect van 20-minuten-wijken. Het gaat hierbij om toegang tot plaatsen zoals supermarkten, kruideniers, cafés, parken, bibliotheken en scholen," legt hij uit.
Waarom 20 minuten, vragen sommigen zich misschien af? Welnu, volgens onderzoek is dit de gemiddelde afstand die mensen bereid zijn te lopen om in hun dagelijkse behoeften te voorzien. De limiet van 20 minuten gaat uit van een tochtje heen en terug van huis naar een van de bestemmingen. In metrische eenheden komt dat overeen met een wandeling van 800 meter in beide richtingen.
Voorzieningen op loopafstand vormen niet alleen een goede basis voor sociale interactie en gemeenschapsvorming, maar veroorzaken ook geen emissies. Omdat de theorie is ontwikkeld als alternatief voor een autogerichte samenleving, wordt een verminderde afhankelijkheid van de auto vaak aangehaald als een van de belangrijkste voordelen van dit stedenbouwkundige concept.
Volgens Marcus zijn opkomende technologieën zoals elektrische en zelfrijdende wagens veelbelovend als het gaat om het terugdringen van emissies, maar kunnen ze onbedoeld niet-duurzame patronen van stedelijke wildgroei en almaar toenemende infrastructuureisen in stand houden. Daarom benadrukt hij dat "we niet mogen verwachten dat opkomende technologie al onze groei- en duurzaamheidsproblemen zal oplossen, maar dat we nood hebben aan gemengd grondgebruik en een stedelijke omgeving waarin lopen voorrang krijgt."
De uitdaging
Het project gaat gepaard met uitdagingen. Geografisch gezien is Melbourne een enorme stad met een grote bevolking die een gebied van bijna 10.000 km2 beslaat. Op dit moment varieert de beloopbaarheid sterk tussen de verschillende stadsdelen, afhankelijk van het grondgebruik (residentieel, commercieel, industrieel, enz.) en de mate waarin straten met elkaar verbonden zijn.
Het zijn grotendeels de binnenste delen van de stad, met een hogere dichtheid aan woningen op loopafstand van essentiële voorzieningen, die 20-minuten-wijken vormen. De middelste en buitenste delen van Melbourne hebben over het algemeen een lage dichtheid en zijn afhankelijker van de auto.
En dan is er nog het feit dat Melbourne een gevestigde stad is, met al bestaande infrastructuur, wegen en industriegebieden. Het is een uitdaging om gevestigde gebieden aan te passen, legt Marcus uit, maar het team steunt lokale gemeenschappen die weinig investeringen hebben gekregen voor een betere verbinding met omliggende buurten.
Ondanks de uitdagingen is Marcus hoopvol over het project. Tegen 2050 ziet hij Melbourne als een "echte polycentrische stad met karakteristieke en levendige wijken, een stad waar je dicht bij huis kunt leven en werken, maar die ook gemakkelijk te doorkruisen is."
Op weg naar 2050
Het jaar 2050 is misschien nog ver weg, maar grootschalige ontwikkelingen hebben tijd nodig. Daarom is het belangrijk dat steden zo snel mogelijk beginnen met het toekomstbestendig maken van stadswijken.
Volgens een recent rapport van de Verenigde Naties zullen in 2050 wellicht twee op drie mensen in steden of stadscentra wonen, wat de noodzaak van duurzame stadsplanning nog eens onderstreept.
Over duurzaamheidsbeleid wordt meestal op internationaal en nationaal niveau gesproken, beslist en samengewerkt, maar uit onderzoek blijkt dat regionale actoren van essentieel belang zullen zijn voor de duurzame ontwikkeling van steden.
Antonio Bento, professor overheidsbeleid en economie aan de universiteit van Zuid-Californië (USC), legt op de website van USC uit dat "als steden de eenheid worden waar we klimaatbeleid voeren, we uiteindelijk zullen komen tot een breed gedragen klimaatwetgeving, zelfs zonder nationaal leiderschap."
Het is duidelijk dat het creëren van een duurzamere toekomst geen solomissie is. Het is alle hens aan dek. Van het promoten van groene bedrijven en natuurlijke gewoonten tot het omarmen van samenwerking over sectorgrenzen heen en het stimuleren van innovatie, het maakt allemaal deel uit van het plan. Het plan voor een betere toekomst.
01/04